20 juli 2015
|
Door:
paulineinafrika
Aantal keer bekeken
203
Aantal reacties
Windhoek,
Namibië
a
A
Schoolweek 6
Hallo Lieve Lezers,
Mijn laatste week op school hier is vandaag ingegaan. Ik heb het al vaker benoemd, maar God wat is de tijd toch omgevlogen!
Afgelopen week ben ik met veel dingen druk geweest, omdat ik me opeens bedacht dat ik nog veel dingen wilde doen, voordat ik wegging.
Maandag was ik ziek, dus dat was alweer een dag minder om dingen op school te doen. Woensdag was de opening van de klaslokalen, waar ik jullie in de vorige blog over vertelde. Het was ontzettend anders dan verwacht, maar wel heel leuk! We werden verwelkomd door een groepje scholieren die traditioneel uitgedost waren en traditioneel voor ons dansten (misschien hebben jullie wel een foto voorbij zien komen op Facebook). Een goed begin is het halve werk, zullen we maar zeggen! Vervolgens bleek dat ze een klas omgetoverd hadden tot wat een chique restaurant leek met witte hoezen om te stoelen en grote strikken er overheen. Terwijl we hierheen liepen werd ik vastgeklampt door allerlei kinderen. Het is aandoenlijk, maar aan de andere kant doet het me beseffen hoe ze hier totaal geen opvoeding hebben in het tonen van emoties en wanneer deze gepast zijn en wanneer niet. Ik heb deze kinderen nog nooit gezien, dus het is niet heel erg logisch dat ze aan me komen hangen, mijn hand heel stevig vastpakken en me willen knuffelen..
O en geen zorgen, geen interview, dus ik kan nog geheel anoniem (voor zover dat an als blanke) over straat!
De opening is vooral heel formeel. Er zijn allerlei mensen van de betrokken organisaties, geldschieters en mensen van het ministerie. Een van deze mensen dringt me op dat ik een partnerschap met een Nederlandse school moet regelen, zodat ze hier in Namibië kunnen leren. Ik voel me hier alles behalve prettig bij en ben me weer eens bewust van het feit wat mijn blanke koppie en blonde haren hier betekenen.. Met al mijn mogelijke sociaal-afwimpel-technieken krijg ik hem niet afgewimpeld en als hij weggaat zegt hij nogmaals dat ik het echt moet doen en hem van de week erover moet bellen. Toedeloe!
Tijdens de ceremonie spreken veel mensen over hoe goed het is dat deze klaslokalen gebouwd zijn, hoe belangrijk het onderwijs is, hoe ze inzien dat de kinderen die nu op school zitten de toekomst zijn en hoe goed de mensen zijn die daar in investeren. Ook ik word een aantal keer benoemd, als zijnde een van de mensen die in het onderwijs investeert. Ik heb mijn naam zelf op het briefje geschreven (in opdracht), dus ik ga er vanuit dat het toch echt heel leesbaar en correct geschreven moet zijn, maar ‘Hilderink’ blijkt een hele lastige naam en wordt eerder Hendrik of Hiii-in, maar de juiste achternaam wordt geen een keer uitgesproken. Ik geloof dat het leesonderwijs niet alleen nodig is voor de kinderen die nu op school zitten..
Als afsluiting eten we nog lekkere sandwiches en dan vertrekt iedereen langzaamaan weer naar huis.
Door deze bijzondere dag en het feit dat ik maandag ziek was, heb ik deze week maar drie dagen om iets nuttigs te doen. Donderdag en vrijdag oefen ik de memorie die ik gemaakt heb met een aantal kinderen, zodat ze weten hoe het spelletje werkt, als ik weg ben en zij het aan de rest van de klas kunnen leren.
Donderdagmiddag zit ik ook met de leerkrachten van Grade 1 en Grade 2 bij elkaar om een uitleg te geven over het Learning Support Plan (dit is een formulier waarin ze invullen waar de leerling hulp bij nodig heeft, wat de doelen zijn en hoe deze bereikt gaan worden). De leraren gebruiken dit formulier al langer, maar hebben eigenlijk geen idee hoe ze hem in moeten vullen. Als je bij het doel maar 1 zin op kan schrijven en ook bij de strategieën die je gaat gebruiken maar 1 zin op schrijft, dan vraag ik me toch af hoe nuttig dit formulier is of hoe goed je de leerling kan helpen. Gelukkig blijken de leerkrachten ontzettend welwillend om het formulier beter te begrijpen en om het beter in te leren vullen. Om te zorgen dat het nog beter blijft hangen, geef ik ze de opdracht om dinsdag minimaal twee formulieren ingevuld te hebben en dan nogmaals samen te zitten en het proces te bespreken. Ik hoop door ze met elkaar te laten bespreken wat ze moeilijk vonden en hoe ze het aangepakt hebben, ze in te laten zien hoeveel ze van elkaar kunnen leren en hoe nuttig het is om voor dit soort zaken bij elkaar te komen.. Helaas is het al mijn laatste week, dus ik kan er niet voor zorgen dat ze vaker bij elkaar komen zitten.
Vrijdag is de grote dag. Dan ga ik op het schoolplein allerlei hinkelspelletjes en andere educatieve dingen schilderen! Ik ben zo blij dat ik dit mag doen en dat de directrice het nut ervan inziet! In de ochtend heb ik een gesprek met haar over hoe zij denkt dat het onderwijs hier verbeterd kan worden en wat de voornaamste knelpunten zijn. Als we even naar buiten lopen, komen we tot de ontdekken dat we niet alleen dingen kunnen schilderen op het schoolplein voor de onderbouw lokalen (met vier verschillende gebouwen, hebben ze ook vier pleinen), maar ook op het kleine pleintje naast de office; daar spelen de kinderen ook vaak, vooral in de zomer.
Als ik al over de helft ben met het vegen, de blaren op mijn handen staan en mijn rug half gebroken voelt omdat de bezem te kort is, komt een van de leraren aanlopen, die schijnbaar ook een HOD is en een kantoortje in the office heeft. Hij heeft bedacht dat hij veel te veel afgeleid gaat worden door de spelende kinderen omdat ze teveel geluid maken tijdens het spelen en dat daar dus niet geschilderd kan worden. Hij heeft ook Mrs. Kleinert daarvan overtuigd, dus nu komt hij me vertellen dat het eigenlijk niet kan. Maar omdat ik al ‘zoveel’ werk verricht heb, vindt hij het ook weer zo wat om het nu af te blazen. Ik vind het vooral hele grote onzin, want op dit pleintje wordt altijd al veel gespeeld, het sportveld ligt ernaast dus daar komt ook al geluid vandaan en de kinderen zijn er alleen in de pauze of een halfuurtje na school. En dat zijn ze er nu eigenlijk ook al. Bovendien zijn de muren hier zo gehorig dat je iemand kan horen ademen aan de andere kant van de school, dus al het geluid hoor je in zijn kantoortje.. Ik probeer aardig te blijven en toch ook mijn afkeuring te laten blijken. Gelukkig is de mening van de principal nog veranderlijker dan het weer in Nederland, dus uiteindelijk gaat er toch geschilderd worden. Ik haal krijtjes en begin met het tekenen van de ontwerpen die ik heb. Ik heb voor alle kleuren verf die we hebben een corresponderende kleur krijtje gevonden, zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over wat ik welke kleur wil. Ik leg de schilders heeeel duidelijk uit hoe ik het wil en doe het eerste stukje voor. Ik heb geleerd in twee maanden Afrika-tijd.. Gelukkig blijken de conciërges die het schilderwerk doen aardig goed in hun werk en komen er allerlei mooie creaties op het plein! Ondertussen heb ik een aantal kinderen gevonden die me graag willen helpen met het krijten. Ik doe voor hoe ik het hebben wil en zij doen het na, of ik krijg het alleen licht op de stenen en zij krijten het duidelijk over. We maken een goed team en omdat we aardig wat tijd bezig zijn, komen de gesprekken op gang. We kletsen over van alles en ik vind het mooi als ik besef dat ik niet langer de blanke voor hun ben en zij voor mij niet de zwarte, maar we zijn allemaal bezig met hetzelfde doel en voelen ons daarin verbonden.
Als ik rond half vier naar huis wil, bel ik de taxi. Omdat Marina me dit keer niet op kan komen halen, hebben ze een taxi voor me geregeld. Hij zal er over een kwartiertje zijn. En inderdaad; na een kwartietje smst hij me aan welke kant ik sta. Ik vind het nogal moeilijk uitleggen via sms, dus bel hem. Als ik zeg in welke straat ik ben, zegt hij doodleuk ‘huh, dat kan niet. Dat is in Katutura.. Ik ben in Windhoek’. Uhoh.. seems like someone got the wrong information.. Jullie zullen trots op me zijn: ik heb hem de weg gewezen hoe hij vanuit de stad naar de school kon komen! Ik kon hem alleen niet helemaal helpen omdat hij dingen vroeg als ‘bedoel je het grote of het kleine politiebureau?’ Eh weet ik het?! Het is een politiebureau.. ‘Die met het rode dak?!’ Eh, sorry, ik kijk over het algemeen niet erg oplettend naar de kleur van het dak.. Aan de andere kant van het hek staan twee mannen, die lachend het hele schouwspel toekijken. Als ik opgehangen heb, vraagt een van hen of de taxi verdwaald is. Hij biedt aan om te taxi met zijn telefoon te bellen, zodat hij wellicht in zijn taal de taxi uit kan leggen waar hij moet zijn of de vragen van de taxichauffeur wel kunnen beantwoorden. Ik ben geraakt door de behulpzaamheid van deze man, zonder opdringerig te doen of iets van mij terug te willen. Helaas blijkt overigens dat hij niet veel meer kan helpen. Ik heb de chauffeur aangeraden om iemand in de omgeving te vragen, omdat ik zeker wist dat hij wel op de goede weg was (ik vroeg hem straatbordjes op te noemen die hij zag en wist dat ik deze onderweg ook altijd tegen kom). Dit doet hij uiteindelijk inderdaad en daar is het tweede rakende moment van deze dag: het meisje aan wie hij het vraagt (ongeveer dezelfde leeftijd als ik) stapt in de auto in, om zeker te weten dat de taxichauffeur op het juiste adres uitkomt. En zo komt de taxi, ruim drie kwartier na het eerste telefoontje, toch aan op de juiste bestemming en brengt me naar huis.
ik voel al in mijn benen dat ik morgen een riesen-spierpijn ga hebben en als ik zaterdag wakker wordt, blijkt inderdaad niets minder waar.. Ik moet mijn bed ongeveer uitrollen, omdat mijn benen amper kunnen bewegen. Zondag is het de tweede dag, dus is het natuurlijk nog veel erger! Het vooruitzicht van alle vrolijke koppies van de kinderen maakt overigens een heleboel goed!
De rest van de zondag is een chill-dag, tot half vijf, dan komt Marina me ophalen. We gaan een zonsondergang bekijken, waarna we over Windhoek uit kunnen kijken. Als we boven op de berg aankomen, worden spontaan de Braai (pas op, het is geen barbecue!) uit de auto gehaald, een boerenworsie en broodjes en zo eten we heerlijk bij een prachtige zonsondergang en kijken we daarna uit over een met lichtjes gevuld Windhoek. Wat een mooi besefmomentje heb ik hier en vooral een groot genietmoment. Ik heb het maar getroffen met het gezin waarin ik geboren ben en de kansen die ik daarmee gekregen heb. Hoeveel mensen van 21 kunnen zeggen dat ze deze kans hebben gekregen, hun jeugddroom waar hebben kunnen maken en van de wereld hebben kunnen genieten. Hier boven op de berg, in goed gezelschap en met dit prachtige uitzicht, voel ik me ineens een heel gezegend mens.
Liefs, Pauline